Bram Streppel legde op 1 september 2023 de eed af en startte daarmee officieel zijn nieuwe functie: eilandsecretaris van Saba. Een jaar later spreken we het voormalige VDP-lid over zijn overstap. Het gaat natuurlijk over dienstverlening in deze bijzondere Nederlandse gemeente, maar ook over de veelzijdigheid van het kleinste Caribische eiland en over de uitdagingen waar Bram mee te maken kreeg.
De dag van het interview is kort na de eerste tropische storm die Bram op Saba meemaakte. “Ernesto was maar een categorie 1 op de schaal voor orkanen en die vond ik al heftig. Ik kan me niet voorstellen wat een 5, de zwaarste categorie op de schaal, doet”, vertelt Bram. In Nederland kwam er bijna niks in het nieuws over Ernesto en dat tekent de bekendheid in Nederland met Saba. Bram: “Bij Caribisch Nederland denken mensen vooral aan Curaçao of Bonaire, maar dat is hier ver vandaan. In Europees Nederland krijgen Saba en St Eustatius minder aandacht.”
Hoe gaat dat met zo’n storm en hoe raakt het je functie?
Bram Streppel: “Iedereen op het eiland is goed voorbereid en weet precies wat er moet gebeuren. Er wonen al honderden jaren mensen op Saba en die hebben heel wat stormen meegemaakt. Ook in moeilijkere tijden met minder voorzieningen dan nu. Op Saba helpen we elkaar, zijn we zelfredzaam en hebben we samen een enorme veerkracht.
Eigenlijk zijn we een klein land dat we met elkaar draaiend moeten houden.
Vanaf het moment dat de storm het eiland bereikte, sloot het Openbaar Lichaam Saba (OLS) en werd het crisisteam operationeel waarin ik rampencoördinator van het eiland ben. Gelukkig waren er geen gewonden en ook de schade viel mee. Sommige wegen liepen onder met modder en rotsen, en bomen waaiden om. De dag na de storm zijn we dicht gebleven en zijn de wegen weer begaanbaar gemaakt. Nu loopt alles weer normaal. Tot de volgende storm die ons passeert, want het orkaanseizoen duurt van 1 juni tot 1 december.”
Waar heb je als eilandsecretaris verder mee te maken?
Bram: “Overheidsdienstverlening op Saba is heel breed, van burgerzaken en wmo tot en met de kinderopvang, het vliegveld en de aanleg van een nieuwe haven die meer orkaanbestendig moet zijn. Saba heeft ongeveer 2000 inwoners en is een klein eiland met een grote berg, het hoogste punt van Nederland. Eigenlijk zijn we een klein land met een basisziekenhuis, vliegveld, haven en andere voorzieningen. Dat moeten we met elkaar draaiend houden.
De functie van eilandsecretaris kun je vergelijken met die van gemeentesecretaris in een gemeente in Europees Nederland. Sinds 2010 heeft Saba de status bijzondere Nederlandse gemeente. Wet- en regelgeving voor Europees Nederland gold niet meteen voor Saba. Sinds 2018 is dat veranderd en geldt het principe van comply or explain, pas toe of leg uit. En pas dit jaar is een sociaal minimum vastgesteld voor Caribisch Nederland en het minimumloon ingevoerd. Op veel onderwerpen staan wij daarom nog op een ander punt dan gemeenten in Europees Nederland.”
Wat trok je aan in deze functie?
Bram: “Ik had het onwijs naar mijn zin in Velsen, was niet actief op zoek maar stond wel open voor een volgende stap in mijn loopbaan, wel in een andere context. Ik werkte bij de gemeente Velsen en daarvoor bij de voormalige werkorganisatie Duivenvoorde voor de gemeente Wassenaar en Voorschoten. De rode draad in mijn loopbaan is dienstverlening: aan ondernemers als beleidsadviseur economische zaken en daarna als teamleider KCC & burgerzaken en als manager dienstverlening. De kleinschaligheid van die gemeentes past bij mij. Als je dicht op de inwoners zit, zie je goed de impact van wat de gemeente doet. Ook vind ik het prettig om te werken in een organisatie waar de opgaven groot genoeg zijn maar de organisatie nog klein genoeg om iedereen te kennen. Ik stond dus open voor iets vergelijkbaars in een andere context en dan is Caribisch Nederland een goede optie.
Eigenlijk is het Openbaar Lichaam Saba een beetje gemeente, provincie en waterschap in één.
Toen ik van de vacature voor eilandsecretaris op Saba hoorde, sprak me dat meteen aan. Mijn vriendin stond er gelukkig ook voor open. We wilden echt voor Saba kiezen en dat Saba voor ons koos. Na een online interview zijn mijn vriendin en ik daarom naar Saba gegaan om te weten of er een klik was. Door ons bezoek waren we 200% overtuigd van deze stap. We zagen veel mogelijkheden op dit prachtige eiland. Gelukkig was de keuze wederzijds.”
Waarin verschilt Saba van eerdere gemeentes waar je hebt gewerkt?
Bram: “Alles is anders en er speelt heel veel. Eigenlijk is het OLS een beetje gemeente, provincie en waterschap in één. We hebben 225 medewerkers, ruim 10% van de eilandbevolking, om al het werk te doen. We krijgen geen financiering uit het gemeentefonds, hebben een kleine begroting en moeten nog meer structurele taken met incidenteel geld uitvoeren dan gemeenten in Europees Nederland.
Voor de meeste uitvoeringsdiensten op rijksniveau is er de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN). Met de ministeries heb ik veel direct contact en werken we nauw samen op een aantal gezamenlijke ambities. Tegelijk ben ik ook direct betrokken bij de dienstverlening aan inwoners. Hier is geen adviseur of programmamanager voor dienstverlening.”
Over die dienstverlening, kun je daar wat meer over vertellen?
Bram: “Veel persoonlijk contact is het belangrijkste kenmerk. Mensen komen bij OLS langs om dingen te regelen en dat moeten we ook zo houden. We zijn een afgebakend eiland met het OLS en de RCN als overheidsdiensten. Werken als 1 overheid zou hier makkelijker moeten zijn dan in Europees Nederland. Daarom werk ik ook met de RCN aan een gezamenlijke visie op dienstverlening en werken we binnenkort met BZK aan een dienstverleningsconcept en een aantal klantreizen.
Met digitalisering en informatiehuishouding hebben we een inhaalslag te maken en voor Common Ground zijn nog heel wat stappen te gaan. We hebben geen zaaksysteem en informatie staat vooral op papier en als bestand in mapjes op computers. Sinds deze zomer heeft OLS een nieuwe website en we werken aan digitale formulieren. Sabanen moeten op redelijke termijn ook een BSN krijgen waarmee zij eindelijk hun zaken kunnen eenvoudiger digitaal kunnen regelen met de (Nederlandse) overheid. Verder werken we aan het opzetten van een Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de invoering van postcodes. Dat laatste is belangrijk, omdat we veel moeten importeren en postcodes bij bestellingen bijna altijd verplicht zijn. Als Sabanen gebruiken we nu een trucje om toch bij webshops buiten Saba te kunnen bestellen, maar een postcode maakt het veel makkelijker.”
Bij je eedaflegging vertelde je dat je het leven van je mede-Sabanen positief wil beïnvloeden. Kun je dat wat concreter maken?
Bram: “De kosten voor levensonderhoud zijn op Saba veel duurder dan in de rest van Nederland, Europees én Caribisch. Dat komt, omdat we alles moeten importeren, terwijl de salarissen niet hoger zijn. Van de Sabanen leeft 30 tot 40% onder de armoedegrens. Als we de kosten van levensonderhoud omlaag kunnen krijgen en de economische potentie nog iets beter kunnen benutten, merken mensen dat meteen.
Alles is hier kleinschalig en we hebben snel veel mensen leren kennen.
Als eilandsecretaris ben ik betrokken bij projecten die hieraan werken. Bijvoorbeeld met hydroponic farming, landbouw op water in plaats van op grond. Daardoor krijgen Sabanen toegang tot goedkopere verse groenten. Ook hebben we een eigen waterbedrijf dat van zout water drinkwater maakt tegen een veel lagere prijs dan het water in flessen in de supermarkt. We hebben plannen klaarliggen om een tweede zonnepark aan te leggen waarmee we de stap willen maken naar 89% hernieuwbare en goedkopere energie. Een ander voorbeeld is de tender voor een nieuwe haven. Deze komt op een andere plaats en moet orkaanproof worden. Dat vergroot onze economische potentie, versterkt de continuïteit van de import en maakt noodhulp na ernstige orkanen makkelijker. Maar denk ook aan iets als vuilverbranding. Die is van 6 dagen per week naar een paar uur per maand gegaan. De rest van het afval wordt uitgevoerd. Dit is goed voor de leefomgeving op Saba. Zo zou ik nog veel meer voorbeelden kunnen geven.”
Hoe is het om op Saba te werken en leven?
Bram: “Het is een fijn eiland voor ons jonge gezin. Met mijn vriendin en dochter ben ik hierheen verhuisd en mijn zoon is hier geboren. Op Sint-Maarten om precies te zijn, want het ziekenhuis op Saba heeft geen afdeling gynaecologie. Het is even wennen als je vriendin 3 weken voor de bevalling alvast naar Sint-Maarten gaat en ik kort voor de bevalling er achteraan kom. Maar het leven is hier fijn, schoon en veilig. Mijn huis en auto hoef ik niet op slot te doen en de kinderen gaan naar een moderne kinderopvang.
Alles is hier kleinschalig en we hebben snel veel mensen leren kennen. Werk en privé lopen makkelijk door elkaar heen. Als we naar een strandje of naar een restaurant gaan, komen we altijd wel collega’s of andere bekenden tegen. Daarom is het ook fijn om soms even van het eiland af te gaan. Binnenkort gaan we naar Nederland voor werk en een bezoek aan familie en vrienden. Het is soms moeilijk dat we hen maar af en toe zien én we zijn blij met de leuke gemeenschap waar we nu wonen. We zitten hier goed en leuker wordt het voorlopig niet.”
Ook al is Bram geen VDP-lid meer, we blijven graag met hem in contact om te leren van zijn ervaringen op Saba. Je kunt Bram op LinkedIn volgen.
Over Saba en dienstverlening in Caribisch Nederland lees je meer op de volgende websites:
Bekijk ook: